Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo gingen zij op van de woning van Korach, Dathan en Abiram, van rondom; maar Dathan en Abiram gingen uit, staande in de deur hunner tenten, [34]met hun vrouwen, en hun zonen, en hun kinderkens. 34. Dat is, met hun ganse huisgezinnen.